Deel jouw ervaring!
‘Long Exposure’ fotografie
Door: Albert Dros
Alle foto’s in dit artikel zijn eigendom van Albert Dros
Dit artikel is bedoeld voor beginnende fotografen die willen weten wat ‘long exposure’ precies is en hoe het zelf toe te passen is. Ik krijg vaak de vraag van mensen hoe bepaalde foto’s gemaakt zijn. Omdat ik zelf altijd creatief probeer te zijn in mijn fotografie maak ik vaak gebruik van langere exposures om zo bepaalde dingen beweging te geven, of juist niet. ‘Long exposure’ kan op allerlei verschillende manieren worden toegepast, maar wat is ‘long exposure’ nou eigenlijk?
‘Long exposure’ ofwel ‘lange sluitertijd’ is het ‘lang’ open houden van de shutter om zo meer beweging vast te leggen op een foto. Dit is afhankelijk van hoeveel licht er op de sensor valt, en dit is weer afhankelijk van je diafragma. Hoe hoger je diafragma, hoe kleiner de opening tussen de bladen in de lens, hoe minder licht er dus op de sensor valt, hoe langer de shutter dus moet open staan om een goed belichte foto te maken. Dit klinkt misschien allemaal wat technisch, maar het spreekt voor zich bij het maken van foto’s. Bij een ‘langere exposure’ staat de shutter dus vrij lang open om zo meer beweging vast te leggen. Hoe lang is lang? Dat is bij elke foto verschillend. Om een bewegende wolkenmassa vast te leggen heb je vaak 30 seconden of meer nodig, maar om een langsrijdende auto vast te leggen in een vloeiend lichtspoor is een paar seconden al genoeg! Dit zie je vaak terug op verschillende manieren in foto’s:
uitgesmeerde wolken:
exif: Sony A7II, Sony Zeiss Tessar 16-35 op 16mm. F14, Haida ND1000 (10 stops) filter, sluitertijd: 56 seconden
In deze foto is een lange sluitertijd gebruikt om zo de wolken beweging mee te geven. De wind is in deze foto belangrijk, die had ik namelijk in de rug. Als je wind tegen of in je rug hebt, heb je soms het geluk dat de wolken mooi naar een middelpunt vloeien. Bij zijwind ziet deze foto er vanzelfsprekend totaal anders uit. De windrichting in combinatie met een lange sluitertijd zorgt ervoor dat de kijker op een creatieve manier naar het middelpunt wordt geleid.
spelen met lichten:
exif: Sony A7II, Samyang 14mm. F12, sluitertijd: 30 seconden
Langere sluitertijden worden vaak gebruikt om lichtsporen te maken. Dit kan van langsrijdende auto’s zijn, of in het geval van deze foto een langsvarende rondvaartboot. Op de brug zelf is ook een lichtspoor van een langsrijdende auto te zien. Lichtsporen geven vaak een creatief gevoel van beweging aan een foto, en komen ’s avonds mooi tot hun recht.
glad water:
exif: Sony A7II, Sony 28-70 kitlens. F14, sluitertijd: 4,5 minuten!
Een langere sluitertijd kan ook gebruikt worden om juist rust te creëeren. Dit is gedaan in bovenstaande foto. Door een extreem lange sluitertijd te gebruiken wordt het water helemaal glad. Ook de lucht wordt erg uitgesmeerd.
zien wat het oog niet ziet:
exif: Sony A7II, Samyang 14mm. F2.8, ISO 1600, sluitertijd: 30 seconden per foto (panorama van 8 foto’s)
In het donker zorgen lange sluitertijden dat men op een foto meer kan zien dan met het menselijk oog. Een goed voorbeeld hier van is sterrenhemels. Door langere sluitertijden te gebruiken kan een camera meer van een omgeving en sterrenhemel vast leggen dan je op dat moment kan zien. Zo was het bij dit shot bijna compleet donker buiten, en was er een zaklamp nodig om goed te kijken waar ik liep. Echter, op de foto lijkt het vrij licht. Ook de hogere ISO speelt hier natuurlijk een rol. Bij sterrenhemels kan je met een erg wijde lens vaak niet langer gaan dan 30 seconden sluitertijd. Dit is om te voorkomen dat je sterren lichtsporen gaan geven. De aarde draait immers rond, en sneller dan je denkt! Soms vinden fotografen stersporen juist mooi. Door met een extreem lange sluitertijd de hemel te fotograferen, krijg je lichtsporen van de sterren door de draaiing van de hemel.
Het maken van ‘Long Exposures’
Benodigdheden:
- Statief (tijdens het maken van een lange sluitertijd moet je camera compleet stil staan)
- Afstandsbediening (optioneel, maar voor exposures langer dan 30 seconden een vereiste)
- ND Filter (optioneel, maar voor lange sluitertijden overdag een vereiste)
Nu je snapt wat er mogelijk is met langere sluitertijden vraag je je natuurlijk af hoe je dit zelf moet gaan doen. Dit is allemaal makkelijker dan het in eerste instantie voor velen vaak lijkt. De kunst is juist om het te gebruiken in een creatief proces. Een langere sluitertijd maak je door allereerst je camera op de M (Manual) stand te zetten. Op andere standen is het ook mogelijk, maar dan is de camera vaak gelimiteerd tot sluitertijden die niet langer zijn dan 30 seconden. Het is aan te raden een afstandsbediening te gebruiken. Dit om alle vibraties te voorkomen wanneer je op de shutter drukt. Je camera moet immers compleet stil staan. Bij het kleinste beetje beweging treedt er al enige onscherpte op. Afstandsbedieningen voor camera’s zijn vaak niet erg duur.
Zet vervolgens de sluitertijd op BULB mode. Bij Sony Alpha camera’s doe je dat door het draaiknopje aan de voorkant helemaal naar links te draaien. BULB mode is een stand waar jij zelf kan bepalen hoe lang je sluitertijd is. Wil je een sluitertijd van 30 seconden of korter? Dan hoef je uiteraard geen BULB te gebruiken. Voor Sony Alpha camera’s geldt dat als je een draadloze afstandsbediening gebruikt je dit in het menu aan moet zetten via de functie ‘Remote Control , ON’
Zorg ervoor dat je ISO laag staat. De meeste Sony Alpha camera’s hebben als standaard ISO 100. Zorg dat de camera hier op staan, en dus NIET op AUTO ISO.
Ook je Aperture is belangrijk. Hoe hoger de aperture, hoe langer de sluitertijd (aangezien de lens minder licht door laat)
Bij sluitertijden van 30 seconden of minder kun je gewoon de shutter in drukken en afwachten. Bij gebruik van een afstandsbediening druk je de shutter in op de afstandsbediening om de shutter te openen, en vervolgens nog een keer om de shutter weer te sluiten. Bij sommige camera’s staat de tijd dat de shutter open staan in beeld op het display. Zie je dit niet? Dan moet je zelf de tijd bijhouden op je smartphone of horloge.
Zorg er voor dat je foto ‘goed’ belicht is. Als je alles hebt ingesteld kun je dit bij mirrorless camera’s zoals de Sony A7 lijn op het display zien. Check de + en - op het display. Als je foto overbelicht is staat er +(een waarde). Bij onderbelicht staat er dus -(een waarde). Als dit +0.3-0.7 of -0.3-0.7 is, is dit vaak geen heel groot probleem want dan is het makkelijk te verhelpen in de bewerking van je foto’s. Maar let erop dat je foto’s niet te onder- of overbelicht zijn. Dit zie je overigens ook wel als je een paar ‘test’ shots doet. Mirrorless camera’s (met liveview) doen dus eigenlijk al veel rekenwerk voor je. Heb je geen mirrorless camera met liveview? Er zijn veel rekenmethodes om sluitertijden uit te rekenen. Hierover is veel te vinden op internet met behulp van ‘exposure calculators’.
De ‘belichtings check’ werkt overigens NIET op BULB mode. Zet hiervoor de camera op een sluitertijd van 30 seconden of minder en stel aan de hand daarvan de waardes in. Je kan vanuit hier gaan testen, om zo de instellingen van je langere exposures te bepalen: Een voorbeeld van mijn eigen workflow:
Als ik een lange exposure nodig heb voor bijvoorbeeld een vloeiende wolkenmassa, zet ik de aperture om te beginnen waar mijn lens ongeveer het scherpst is (tussen de F8 en F11). Vanuit daar pas ik mijn sluitertijd aan en kijk ik wanneer mijn belichting goed is. Als mijn belichting goed is bij een sluitertijd van 25 seconden op F8, dan weet ik dus dat ik een sluitertijd van 50 seconden op f16 kan gebruiken in BULB mode. Ik kan ook mijn ISO nog op 50 zetten (niet native op de Sony A7 camera’s, maar prima te gebruiken voor langere exposures). Dit verdubbelt mijn sluitertijd weer waardoor ik dus een sluitertijd van 100 seconden kan gebruiken in BULB mode met een goede belichting.
Het is allemaal een beetje uit proberen wat voor jou het beste werkt. Iedereen heeft zijn eigen workflow en als het werkt, dan werkt het!
Bij extreem lange exposures worden camerasensoren warm en krijg je zogenaamde ‘hot noise’ op je foto’s. Dit zijn ongewenste witte, rode, groene en blauwe pixels die opduiken op foto’s. Bij sommige camera’s kan dit al gebeuren bij exposures rond de 1 minuten. Bij de meeste Sony Alpha camera’s kan je sluitertijden gebruiken tot boven de 3 a 4 minuten zonder dat er veel van deze noise op treedt. Hierbij speelt temperatuur ook een grote rol. Als het heel koud is, wordt je sensor immers minder snel warm dan als het 30 graden is buiten. Je kan deze noise verhelpen door de ‘Long Exposure NR (noise reduction)’ aan te zetten in het camera menu. Hierdoor wordt duur de tijd van het shot wel 2 keer zo lang, omdat de camera een extra foto moet maken om te berekenen waar alle ‘hot noise’ zit om deze zo weg te halen. Zet deze optie dus alleen aan als het echt nodig is.
Filters
Overdag is het buiten vrijwel onmogelijk om lange sluitertijden te gebruiken zonder filters. Er is immers al zoveel licht, dat het gebruiken van lange sluitertijden, zelfs op hele hoge apertures, je foto’s overbelicht maken. Hiervoor heb je dus zogenaamde ND (Neutral Density) filters nodig. Deze filters werken eigenlijk hetzelfde als een zonnebril. Ze zorgen er voor dat een groot gedeelte van het licht wordt geblokt, zonder dat je daarmee kwaliteit verliest. Er zijn heel veel verschillende filters beschikbaar. ND filters hebben verschillende sterktes. Voor Lange sluitertijden overdag is een erg sterk ND filter nodig waar je met het blote oog bijna niet doorheen kan kijken. Dit worden 10 stops (of zelfs meer) ND filters genoemd, ook wel ND1000. Deze filters zijn ook weer in verschillende merken en groottes beschikbaar. Over filters op zich, is ook weer erg veel online te vinden. Goede kwaliteit merken zijn bijvoorbeeld B+W en Lee filters, maar hier betaal je dan ook naar. Vaak geldt dat goedkopere filters wat kwaliteitsverlies geven. Hoe duurder, hoe minder kwaliteitsverlies. Er zijn talloze artikelen over verschillende soorten filters te vinden online.
Tot slot
‘Long exposures’ kunnen een foto net dat beetje extra’s geven. Verschillende technieken kunnen een normaal plaatje in iets unieks maken. Echter, soms is een long exposure ook weer juist niet gewenst! Maak geen ‘long exposures’ puur om het ‘long exposure’ effect, als je snapt wat ik bedoel. Soms kan het ook minder mooi uitpakken voor de neutrale kijker. Een wolkenlucht met zijwind ziet er bijvoorbeeld vaak een stuk minder mooi uit dan stilstaande schapenwolkjes. Wees creatief, maar vraag ook andere mensen wat ze van jou creatie vinden. Door te spelen met sluitertijden zijn eindeloos veel leuke effecten ten creëeren!
Voor vragen ben ik altijd per mail of Facebook bereikbaar.
door: Albert Dros
facebook: Albert Dros Photography
www.albertdros.com
flickr: www.flickr.com/albertdros
500px: www.500px.com/albertdros