A5100 Blog-post 5: Overlopen van de belangrijkste menu-instellingen (beeldkwaliteit, raw/jpeg, videoinstellingen, etc.)

[Portmixus]

Blog-post 1: 'inleiding' kan je hier vinden.

Blog-post 2: productspecificaties en 'wat zit er in de doos' kan je hier vinden.

Blog-post 3: 'batterij opladen' kan je hier vinden.

Blog-post 4: 'Camera inschakelen voor de eerste keer (tijd, datum, etc..) + taal wijzigen' kan je hier vinden.

Post 5: Overlopen van de belangrijkste menu-instellingen (beeldkwaliteit, raw/jpeg, videoinstellingen, etc.)

Voor de eerste maal dat je je nieuwe camera gebruikt, is het handig om alle menu instellingen naar eigen smaak in te stellen. De belangrijkste instellingen die je slechts eenmaal zal moeten instellen, worden in deze post kort overlopen.

Schakel de camera in en druk op de menu toets.

1) Links bovenaan staat “Camera Settings”, navigeer met de pijltjestoetsen naar dit menu (het wordt dan oranje omkaderd) en druk op de enter-toets. Belangijk in dit menu zijn de items “Beeldformaat” en “Kwaliteit”.

Onder beeldformaat kan je kiezen tussen de foto resoluties L: 24M, M: 12M en S: 6.0M. L, M en S duiden respectievelijk op Large, Medium en Small.

De M achter het getal duidt op “megapixels”. Kies 24M als je foto wil maken in de hoogste resolutie met het hoogst mogelijke detail in de foto. Een reden om voor 12M of 6M te kiezen is de bestandsgrootte: hoe hoger de resolutie, hoe groter de fotobestanden en hoe minder foto’s op het geheugenkaart kunnen worden opgeslagen.

Onder kwaliteit kan je kiezen tussen RAW, RAW en JPEG, Fijn en Standaard. RAW is een formaat waarbij geen compressie wordt toegepast op de foto. Dit betekent dat een RAW bestand de allerhoogst mogelijke kwaliteit bevat, maar dat elk RAW bestand moet ontwikkeld worden door een RAW-converter. Dit is doorgaans een softwareprogramma voor de PC waarbij je foto per foto (of in serie) aanpassingen aan de foto aanbrengt. Kleur, helderheid, belichting, scherpte, etc. kunnen naar believen worden gewijzigd in een RAW bestand. Je kan niet fotograferen in RAW en niets doen met het RAW bestand. Een RAW bestand moet je steeds omzetten naar een gecomprimeerd formaat zoals JPEG nadat je je eigen aanpassingen hebt doorgevoerd. Fijn en standaard zijn JPEG bestanden waarbij Fijn de beste JPEG kwaliteit geeft. Selecteer je RAW en JPEG, dan slaat de camera telkens 2 bestanden op: het ongewijzigde RAW bestand en een omgezette JPEG foto. Als je geen zin of ervaring hebt met het ontwikkelen van foto’s op PC, selecteer dan Fijn in dit menu door op de enter-toets te drukken.

2) Als het beeldformaat en de kwaliteit ingesteld zijn, druk je op pijltje rechts voor het volgende submenu (submenu 2). Merk op dat links bovenaan het scherm je nog steeds in het menu Camera-instellingen zit (symbool: Camera), met net daaronder nummer 2 (van de in totaal 8 submenu’s). In het tweede submenu vind je Bestandsindeling en Opname-instell. Let op het filmrol/video symbooltje voor de tekst. Het betreft instellingen die het filmen aangaan.

Onder bestandsindeling vind je XAVC S, AVCHD en MP4 codecs. De kwaliteit gaat in volgorde van hoog naar laag. XAVC S geeft de hoogste kwaliteit, MP4 de laagste. Om te filmen in de hoogste kwaliteit XAVC S, moet je wel beschikken over een SDXC geheugenkaart, dit is een SD kaart met een capaciteit van 64GB of groter. Beschik je niet over dergelijke kaart, selecteer dan AVCHD.

Onder Opname-instell. vind je bovenaan 50i (24M) (FX), onderaan vind je 25p 17M (FH). De benamingen tussen haakjes zijn benamingen van Sony. Het getal “50” duidt op de frequentie waarmee het beeld wordt opgenomen. In dit geval wordt per seconde 50 videobeelden opgeslagen. Het opslaan van 50 beelden i.p.v. 25 beelden heeft als voordeel dat slow-motion mogelijk wordt. Toch verkiezen veel mensen 25 beelden per seconde om meer in de buurt van “cinema-effect” te raken.

De “i” (b.v. 50i) duidt op “interlaced” wat betekent dat het videobeeld opgebouwd wordt door de opname van de even horizontale lijnen telkens af te wisselen met de oneven horizontale lijnen, en dit 50 keren per seconde. De “p” (b.v. 50p) slaat op “progressive” waarbij het videobeeld opgebouwd wordt door alle horizontale lijnen simultaan op te nemen. Hier vind je een voorbeeld van interlaced (links) en progressive (rechts. Het is duidelijk dat progressive de voorkeur geniet. Een progressive formaat slaat logischerwijs veel meer data op.

De getallen met een M slaan op de bitrate van de video (b.v. 28M). Hoe hoger de bitrate, hoe minder het beeld gecomprimeerd wordt en hoe beter de kwaliteit. Compressie van videobeelden leidt tot verlies van beeldkwaliteit, maar kan een voordeel zijn om de videobestanden minder omvangrijk te maken. Wil je de beste videokwaliteit, selecteer 50p 28M (PS). Wanneer je bevestigt, krijg je een melding om het bestand op te slaan op een blu-ray-disc. Deze boodschap betekent louter dat wanneer je zonder verlies aan kwaliteit het bestand op tv wil afspelen via een schijfje, je het videobestand zal moeten branden op een blu-ray schijf i.p.v. op een klassieke DVD schijf. Druk op de enter-toets om de boodschap te bevestigen.

3) Druk op pijltje rechts voor het 3e submenu. Ga naar AF-hulplicht. Merk op dat voor dit item een foto met 2 bergen wordt weergegeven. Dit symbool keert steeds terug en duidt op een instelling voor foto. Je kan kiezen tussen automatisch of uit. Als je aan de voorzijde van de camera kijkt, zie je net onder het Sony logo het AF-hulplicht.

Dit lichtje gaat een oranje licht werpen op het onderwerp om de camera te helpen bij het scherpstellen als de omstandigheden te donker zijn. Het kan zinvol zijn om het AF-hulplicht uit te schakelen als het onderwerp hiervan hinder ondervindt (b.v. mensen die hun ogen sluiten door het licht).

4) Ga vervolgens naar het 6e submenu. NR bij hoge-ISO (let opnieuw op het foto-symbool met de bergjes) stelt de mate van ruisonderdrukking in bij hoge-ISO waarden. Wanneer de omstandigheden donker zijn, kiest de camera een hoge ISO waarde met bijhorende hogere ruis (hoe hoger de ISO, hoe meer ruis in het beeld). Ruis zie je op een foto als (gekleurde) stipjes verspreid over de hele foto. Ruisonderdrukking vermindert deze ruis, maar daardoor gaat ook scherpte en detail verloren. Je kan, indien gewenst, de ruisonderdrukking op laag instellen met iets meer detail als gevolg, maar dito ruis. De sterkte van de ruisfilter pas je best aan naar eigen smaak.

Foto met veel ruis als gevolg van een hoge iso-waarde. Let op de (gekleurde) stipjes.

(Kleur)ruis gefilterd door ruisonderdrukking (gesimuleerd beeld).

5) In het 7e submenu vind je SteadyShot (beeldstabilisatie). Deze functie schakelt de beeldstabilisatie indien je lens beschikt over OSS (optical steadyshot: zie opschrift op lens).

Beeldstabilisatie vermindert de trillingen van de fotograaf en resulteert in een scherpere foto. Beeldstabilisatie dien je best wel uit te schakelen wanneer je camera niet beweegt (b.v. op een statief). Beeldstabilisatie anticipeert op beweging en is daardoor zeer reactief waardoor het zelf een bewogen foto kan veroorzaken wanneer er geen beweging van de camera is. 

6) Druk je eenmaal op pijltje-rechts kom je in submenu 8 terecht, druk je nogmaals op pijltje-rechts, dan kom je in het volgende menu “eigen instellingen” (symbool: tandwieltje) terecht. Druk op pijltje rechts tot je in het 4e submenu terecht komt.

Het bovenste item in dit submenu is “Instel. Aanraakop.” Je kan kiezen tussen Aanraaksluiter of Aanraakscherpstell. Aanraaksluiter betekent dat wanneer je op het scherm tikt er meteen een foto genomen wordt (na automatische scherpstelling). Selecteer je Aanraakscherpstelling, dan kies je louter een scherpstelpunt maar stelt de camera nog niet scherp. Hierbij wordt geen foto genomen. Om daadwerkelijk scherp te stellen op het (door aanraking) gekozen scherpstelpunt, hou je de ontspanknop half ingedrukt.

7) Druk op pijltje-rechts tot het submenu 5. Onder 'eigen toetsinstelling.' kan je voor verschillende knoppen je favoriete functies toewijzen. Bijvoorbeeld de “?” knop op de camera kan je een andere functie toewijzen. Heel handig is bijvoorbeeld DRO (zie latere blog-post).

😎 Druk op pijltje-rechts om in het 3e menu “draadloos” terecht te komen. Indien je nooit van plan bent om de Wi-Fi functie van de camera te gebruiken, schakel dan het voorlaatste item “Vliegtuig-stand” in. Je kan hiermee energie besparen. De Wi-Fi functie van de camera kan je gebruiken om b.v. foto van de camera snel over te brengen op je smartphone/tablet, of om je camera te besturen via je smartphone/tablet. (Zie latere blog-post)

9) Druk op pijltje rechts herhaaldelijk tot je in het laatste menu (symbool: reiskoffer) terecht komt. In het eerste submenu vind je “Audiosignalen” terug. Als je het beep-signaal van b.v. het scherpstellen storend vindt, kan je deze hier uitschalen. In het tweede submenu vind je “Begintijd energ. besp”. Hier kan je de tijd instellen waarna de camera in stand-by modus gaat om energie te besparen. Als de camera slaapt, kan je deze wakker maken door half op de ontspanknop te drukken (of op een andere willekeurige knop maar opgelet: sommige knoppen wekken de camera niet).

10) Navigeer naar het 4e submenu door het drukken op pijltje-rechts. “Formatteren” betekent dat alle data van de geheugenkaart gewist wordt. Persoonlijk formatteer ik mijn geheugenkaart telkens nadat ik al mijn foto’s heb opgezet op de PC.